De 5 rollen

Als verpleegkundige moet je in verschillende situaties een verschillende rol op je kunnen nemen. In totaal zijn er 5 rollen te onderscheiden: de zorgverlener, de regisseur, de ontwerper, de coach en de beroepsbeoefenaar. Per rol moet je ook een aantal competenties hebben. (Een competentie is een vaardigheid of een handeling)

De zorgverlener: 

Je leert een opnamegesprek voeren, verpleegkundige diagnoses te stellen, je maakt verpleegplannen, voert ze uit en evalueert de voortgang.

 

Competentie's:

1. Anamneses afnemen

2. Verleent op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op maat om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten. bewaken van zorgprocessen

3. coördineren en organiseren van eigen werkzaamheden

4. begeleiden en voorlichten

5. Voert preventieve maatregelen uit om risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen.

6. Geeft op basis van bestaande standaarden voorlichting en advies om de zelfstandigheid van de zorgvrager te behouden of te vergroten.

7. samenwerken in mono- en multidisciplinair verband

8. gebruiken van informatie- en communicatie technologie

 

De regisseur: 

Als regisseur zorg je ervoor dat iedereen die bij de zorg van patiënten betrokken is goed kan samenwerken en je coördineert de totale zorg rondom patiënten.

 
Competentie's:

1. Stemt de zorgverlening af met collega’s en andere disciplines om de continuïteit te waarborgen.

2. Stemt de voorlichting, instructie en advies t.a.v. preventie af met collega’s en andere disciplines om de continuïteit te waarborgen.

3. Bewaken van zorgprocessen

4. Coördineren en organiseren van eigen werkzaamheden

5. Begeleiden en voorlichten

6. Werken met geavanceerde medisch technische apparatuur

7. Samenwerken in mono- en multidisciplinair verband

8. Gebruiken van informatie- en communicatie technologie

 

 

De ontwerper: 

Je leert om een bijdrage te leveren aan het verpleegbeleid, werkt mee aan de ontwikkeling en vaststelling van zorgprogramma’s en draagt bij aan de kwaliteit van zorg.

 
Competentie's:

1. Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van zorgtrajecten om een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting te waarborgen.

2. Levert een bijdrage aan de uitvoering van verpleegbeleid om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen.

3. Neemt deel aan kwaliteitszorg op afdelingsniveau om de kwaliteit van de zorg te bewaken, te waarborgen en te verbeteren.

 

 

De coach: 

Als coach zorg je ervoor dat nieuwe mensen worden ingewerkt of dat collega’s goed worden begeleid bij het invoeren van nieuwe werkwijzen.

 
Competentie's:

1. Begeleidt verpleegkundigen en verzorgenden bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies om doelen van het verpleegbeleid en zorgprogrammering te realiseren.

2. Geeft werkbegeleiding aan nieuwe collega’s, stagiaires om hun te steunen in de beroepsuitoefening.

 

 

De beroepsbeoefenaar: 

Als beroepsbeoefenaar speel je een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en draag je bij aan de deskundigheidsbevordering van de beroepsgroep.

 

Competentie's:

1. Levert een bijdrage aan de vernieuwing van het beroep om het beroep van verpleegkundige te professionaliseren

2. Levert een bijdrage aan de bevordering van de eigen deskundigheid om de kwaliteit van het verpleegkundig handelen op het vereiste niveau te houden.

3. Coördineren en organiseren van eigen werkzaamheden.